De zomervakantie staat voor velen op de stoep. Ein-de-lijk weer tijd voor een goed boek (en de 1000 ongelezen LINDA'S). Iedere vakantie lees ik tenminste twee dikke boeken en het liefst door elkaar heen. Ik laat de ficties aan me voorbij gaan en stort me volledig op informatieve boeken met onderwerpen waar ik helemaal niks over weet. Heerlijk vind ik dat. Zo las ik in Colombia over 'Het creatieve brein' en ging er een wereld voor me open dankzij het boek 'Darwin in de stad', waarin ik las over hoe verstedelijking de evolutie van de natuur en dieren stuurt. Ik smul er van en geef na iedere bladzijde (tot grote ergernis van Laurens) een college over de nieuw verkregen en meest fascinerende inzichten. Toch moet ik aan de fictie boeken gaan geloven. Onderzoek toont namelijk aan dat regelmatige lezers van fictie boeken beschikken over meer algemene kennis, een grotere woordenschat en betere verbale vaardigheden. Bovendien is aangetoond dat het lezen van fictie het inlevingsvermogen doet vergroten. De regelmatige lezer onder ons zal beter in staat zijn om de emoties van andere te herkennen. Hoe kan dit? Het verband tussen het lezen van fictie en sociaal begrip ontstaat al op jonge leeftijd. Jonge kinderen (tot zes jaar) die regelmatig worden voorgelezen, hebben een beter ontwikkelde ‘Theory of Mind’. Dit is de vaardigheid om onderscheid te maken tussen de gedachten en gevoelens van jouzelf en dat van andere mensen. Een goed ontwikkelde Theory of Mind is dus een voorwaarde voor het empathisch vermogen van mensen. Daarnaast blijken er nog twee factoren te zijn die fictie in een sociale functie omzetten. Zo moet de lezer zich kunnen identificeren met de personage en leidt fictie alleen tot empathie als de lezer helemaal wordt opgezogen in het verhaal. Zorg er dus voor dat jij deze zomer lekker in de leesflow raakt!
By the way; het aanleren van Theory of Mind is een onderdeel van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Gaan je pedagogische oren al klapperen?